Dag vier van onze raampoëzie, Snikken en Grimlachjes van Piet Paaltjens.
Op blz. 28 nr. XXXIII
Mijn hart was toegevroren,
Mijn tranen vloeiden niet meer.
Toen trof mij haar gloeiende blikstraal,
En de wateren ruischten weer.
O ware ik toch verdronken
In den bitterzilten vloed!
In brakke liefdetranen
Te smoren is honingzoet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten