"Eigenaardig is het, dat Piet Paaltjens in 't algemeen een ander man is als Haverschmidt." Die 'als' doet pijn, en ik wil het venster met de tekst waar deze zin in staat al wegklikken. Dat kan nooit wat goeds zijn. Tot ik bedenk dat het misschien geen fout is.
Het was eenvoudiger geweest als er had gestaan " ... dat HaverSchmidt een ander man is als Piet Paaltjens". Dat kan namelijk, sterker nog, dat was het hele idee achter Piet Paaltjens: dat HaverSchmidt een ander kon zijn op het moment dat hij zich als Piet Paaltjens voordeed. HaverSchmidt schiep niet voor niets een alter ego.
Maar kan je dan over dat alter ego, dat wel degelijk bestaat, maar toch niet van vlees en bloed is, zeggen dat hij een ander man is, als hij zijn schepper is, dus als hij François HaverSchmidt is? Is Piet Paaltjens ooit HaverSchmidt? Of is het alleen andersom?
Als u uw gedachten hierover zou willen delen, waardeer ik dat zeer.
Overigens komt het citaat uit De Nieuwe Taalgids, Jaargang 27 (1932). Ik weet niet hoe het gangbare taalgebruik toen was bij vergelijkingen.
Ik schrijf, vaak over Nederlandse literatuur, soms over andere (taalgerelateerde) zaken. Het zijn persoonlijke observaties en weergaven. Ik lees het eerlijk gezegd graag terug. U bent welkom om mee te lezen. Ik vind het leuk als u er iets aan heeft (plezier, inspiratie, informatie, ...)
woensdag 25 oktober 2017
maandag 9 oktober 2017
Ik laat mijn boeken liever niet signeren
Waarom zou je een boek laten signeren? Ik ben niet zo enthousiast over door auteurs gesigneerde boeken.
Persoonlijk
Ik vind het leuk
als ik een boek krijg en iemand schrijft er iets persoonlijks voorin. Dat maakt
het boek uniek. Het is een goede herinnering aan aan de gelegenheid en het
aardige gebaar toen je het boek kreeg, soms gaat het ook in op de band die je
met de gever hebt. Dat voegt iets toe en maakt het waardevol.
Productiemachine
Een handtekening van de auteur voegt niet echt iets toe.
Zijn naam staat al een paar keer op en in het boek. Het is ook weinig persoonlijk.
Hoezeer een auteur ook zo’n best doet, soms maakt hij zelfs een kort praatje,
hij moet toch altijd vragen hoe je heet en hoe je dat schrijft. “Met een i en
twee ennen.” “Voor Marianne” schrijft hij dan met daaronder een zwierige
handtekening, en als je meerdere boeken van de betreffende auteur hebt, doet
hij dat drie, vier keer achter elkaar, als een een soort productiemachine.
“Voor Marianne” – Zwierige Handtekening -, “Voor Marianne” – Zwierige
Handtekening -, “Voor Marianne” – Zwierige Handtekening -, “Voor Marianne” –
Zwierige Handtekening -.
"Voor ..." versus gekocht
Hoezo voor? Heeft hij het speciaal voor jou geschreven?
Eerlijker zou zijn "Geschreven voor Marianne en 49.999 andere lezers”. En
dan nog een keer: hoezo voor? De kans is groot dat je het boek zojuist hebt
gekocht, ervoor hebt betaald. De reclame-boekenlegger van de boekhandel waar
hij zit te signeren zit er nog in, evenals het pin-bonnetje. “Gekocht door Marianne,
een van mijn 50.000 lezers”. Als hij werkelijk dat aantal boeken verkoopt, heb
je er waarschijnlijk ook nog voor in de rij moeten staan, en heeft de auteur
dezelfde vriendelijke blik, vraag, én zwierige handtekening voor al degenen voor en achter jou.
Het kan trouwens ook wel iets minder cru dan mijn
suggestie van zojuist: “Leuk dat je mijn boek gekocht hebt.” En dan eventueel,
afhankelijk van wat voor boek het is, bijvoorbeeld bij een spannend boek: “Ik
wens je veel spannende momenten.”
Herinnering
Natuurlijk kan die seriematig geproduceerde handtekening ook een herinnering
oproepen. Bijvoorbeeld aan hoe de schrijver in de lezing voor de signeersessie
lachend vertelde over het ene hoofdstuk dat hij in een dronken bui
geestdriftig had geschreven, ervan overtuigd dat hij het beste stuk ooit had
geschreven, wat hij de volgende dagen uiteraard volledig moest herschrijven, al
was het alleen maar vanwege de tikfouten, blijkbaar kun je ook schrijven met
een dubbele tong. “Dubbele vinger” noemde hij het. Leuke herinnering.
De kunst van het weglaten
Donderdag (een tijdje geleden) was ik bij een literair café met Frank
Westerman. Op het laatste moment had ik toch maar het boek wat ik van hem heb van
de plank gehaald en onder mijn arm meegenomen, nog niet wetende of ik het wel
zou willen laten signeren. Tijdens het interview raakte Westermans bevlogenheid
me. Ik vroeg of hij nooit eens in de verleiding kwam om een gebeurtenis in te
kleuren, er iets bij te halen waarvan je niet zeker weet of het gebeurd is,
maar wat haast wel zo moet zijn en het verhaal completer maakt. Hij keek me aan
en zei: “Nee, de waarheid is zo fantastisch,” zijn ogen begonnen te glinsteren,
“er is zoveel om mee te werken, er is zoveel.” Hij liet zich door zijn eigen
voorbeelden meeslepen, vertelde enthousiast over ontdekkingen die hij gedaan
had, en gaf ook nog een oplossing voor als hij iets niet heeft kunnen vinden
wat hij wel had willen achterhalen (“benoemen”). Hij eindigde met een brede
glimlach met iets als “Je moet het gewoon niet doen, het komt niet in me op, er
is zoveel, het is juist de kunst van het weglaten, niet erbij verzinnen.”
Liefde
Na afloop van het interview stond ik een wijntje te
drinken met vrienden, het is per slot van rekening een literair café. Ze moedigden me aan om m’n
handtekening te gaan halen, denkende dat ik daar te verlegen voor was. Nou ben
ik soms best verlegen (soms ook niet), maar ik had dus andere twijfels.
Ondertussen had ik, aangestoken door zijn geestdrift en verleid door de titel
‘Ingenieurs van de ziel’, mijn tweede Westerman aangeschaft. Ik stond dus met twee boeken in mijn hand te twijfelen.
Toen bedacht ik iets: ik zou hem laten kiezen, ik zou hem
vragen één van de boeken te signeren. Niet hemelschokkend revolutionair, maar
het voorkomt in ieder geval het productiewerk. Westerman moest even nadenken,
vooral omdat het een ongebruikelijke vraag was denk ik. Hij koos ‘Een woord,
een woord’, “omdat dat dichterbij staat.” Hij vroeg mijn naam, de spelling,
schreef “Voor …” maakte nog een aardige opmerking over mijn ex libris en zette
met rode pen de zwierige handtekening. Hij maakte het af met datum en plaats,
nog een extraatje ten opzichte van de standaard. Ik ben er tevreden over. Mijn
exemplaar van ‘Ingenieurs van de ziel’ zal voor altijd het boek blijven dat hij
niet signeerde, en beide boeken zullen mij herinneren aan zijn enthousiaste
liefde voor de waarheid en voor de kunst van het weglaten van feiten (en handtekeningen) die overbodig
blijken.
maandag 2 oktober 2017
Er na van Pé Hawinkels
Fijn gedicht vind ik. Ook al gaat het dan over de dood, en zelfs over het verwelkomen daarvan.
Er na
Als de dood nú was gekomen
had ik hem begroet als een jongere broer,
die Twist and Shout wil horen als ik
de Negende Symfonie van Mahler op heb staan;
en met een glimlach had ik aan de dood
mijn plaats afgestaan, en was ik licht, zo licht
gestorven, och, zoals
het bevroren oppervlak van sneeuw zich breken laat.
De glimlach, die wij op dingen kunnen zien, die nooit
kúnnen lachen: een boeddhabeeld, de maan,
de oostelijke horizon, zo vredig, dat
ik goddank er zelf niets van begrijp.
Pé Hawinkels
zondag 1 oktober 2017
Elke drie minuten een nieuwe favoriet
Ik zit – met de ramen dicht, want ‘dit mag absoluut niet lekken’ (en bovendien is het buiten koud) naar de Piet Paaltjens-cd te luisteren. Via een geheime link, want de cd is nog niet officieel uitgebracht. Het is fantastisch. Elke drie minuten of soms iets minder, Paaltjens maakte ook korte gedichten, heb ik een nieuwe favoriet.
Abonneren op:
Posts (Atom)