"'En toen hij doodging, moest je wel.'
'Ja, toen moest ik.'
'Die knecht was toen toch al weg?'
'Ja. Al een halfjaar.'
'En?'
'Wat?'
'Hoe is het bevallen?'
Godverdomme, Alsof ze aan me vraagt hoe mijn leven is geweest. Alsof ik rekenschap heb af te leggen van een leven dat zij samen met Henk zou hebben gehad. ..."
Helmer is boer en lijkt enerzijds van de natuur en zijn dieren te houden, anderzijds is hij er vrij onverschillig over. Het is een soort gegeven. Alles wordt droog beschreven, zelfs als het af en toe naar het erotische neigt, en zelfs de scene waarin Helmer bijna verdrinkt (net als zijn broer).