zondag 4 juni 2023

Op het bankje

Zijn hoofd beschrijft een boog die hoort bij een hoek van negentig graden. In het decor doet een meeuw met gevoel voor drama of hij neerstort. Net keek ik nog tegen hun beider gezichten aan. Nu zit zijn achterhoofd, gekanteld dus, voor haar gezicht. Hij zoent haar, vermoed ik. Hoewel, haar handen liggen bewegingloos in haar schoot. Ze zit kaarsrecht en doodstil. Terwijl hij de diagonaal van zijn rug ook weer loodrecht boven de bank brengt, veegt hij zijn mond af. Toch gezoend dus. Zo gaat het drie of vier keer, tussendoor praten ze. Hij vooral, met grote gebaren. Dan staan ze op. Voor het eerst draaien ze zich naar elkaar toe, allebei een kwart. Ze wiebelt van haar hakken op haar tenen alsof haar rugzak haar uit onbalans brengt.

"Tot morgen," zegt ze. Dan draaien ze allebei om. Alsof ze ieder aan hun eigen zijde het podium verlaten. 

Ze worden vrijwel direct afgelost door een ouder paar. Zij legt haar hand in zijn schoot en na een korte eeuwigheid, legt ze zijn hand in de hare.