zondag 27 januari 2019

Mooi doodliggen van A. F. Th. van der Heijden

Mooi doodliggen begint heel lekker. Een treffend beeld, een realistische dialoog,  en een terugblik waardoor je meteen in het verhaal zit.

Het verhaal: over de zoektocht van twee journalisten naar de waarheid rond een neergestort vliegtuig (MX17 / MH17). Over het (Russische) politieke spel. Over hoe de dood van één van die journalisten met medewerking van hemzelf in scène wordt gezet en de verwoestende uitwerking die dat heeft op de rest van zijn leven. Over de schitterende liefde tussen die journalist en zijn vrouw, en hoe ook die verwoest wordt, niet eindigt overigens, hoewel hun liefdesrelatie wel eindigt.

Maar verderop komt het slordiger en wijdlopig op me over. Een tirade van vier pagina's over de tatoeages van snobs vind ik lang. En ik vraag me af of een Rus naar Hiëronymus Bosch zou verwijzen, maar die schijnt populair te zijn in Rusland dus het zou nog kunnen. Dan schuif ik naar het woordgebruik: waarom het populaire 'tattoo' combineren met het ouderwetse (en niet helemaal correcte) 'Hiëronymus'?
Bosch opvoeren in een roman die over waarheid en leugen gaat, vind ik wel weer mooi.

Er zijn betere voorbeelden van de slordigheid, maar ik ben niet gemotiveerd om ze allemaal terug te zoeken. Behalve dan dat je seksuele niet met een x schrijft en:

Met een nuchtere kijk op de dingen vergrootte je juist het mysterie. 'Ontnuchtering' betekende de mantel van alledaagsheid rond het wonder doen springen, zodat het zich ten volle openbaarde. Een nuchtere houding, dat was reuzen met dreigend molenwiekende armen hardnekkig wensen aan te zien voor onschuldige windmolens die het graan voor ons brood maalden en het hout voor ons haardvuur zaagden.

Ik vind het beeld van de springende mantel hier erg onduidelijk. Ik denk aan het kledingstuk, maar misschien wordt mantel bedoeld als in aardmantel, dan past dat springen ook beter. Ik vraag me ook af wat het woordje 'wensen' doet in de laatste zin. Dat kan allemaal aan mij liggen.
Erger vind ik dat hij hier de verkeerde betekenis van 'ont' pakt. Ontnuchteren is beginnen met nuchter worden, net als ontbijten beginnen met bijten is.
Misschien doet hij het expres, maar ik vind het vervelend. Ik begin me af te vragen wat er nog meer niet klopt in de roman. Dat past dan wel weer goed bij het thema.

Is de terugkerende tinnitus nog meer dan een verwijzing naar ruis, als beeld voor afleidend van de waarheid?

Het is een behoorlijk toegankelijke Van der Heijden, de actualiteit qua verhaal (MH17) en thema (fake news) helpt daarbij denk ik. Het liefdesverhaal van Yulia en Grigori spreekt me aan, zelfs het droevige einde daarvan vind ik mooi (terwijl ik een 'sucker' ben voor verhalen die goed aflopen).
En hoewel ik het boek uiteindelijk met tegenzin heb uitgelezen heb ik ook genoten van sommige stukken.

Wat mij betref geen aanrader als leesboek, wel als je bijvoorbeeld geïnteresseerd bent in Van der Heijden als schrijver.

Dostojevski - Tolstoj - Tsjechov

Gewoon even een overzichtje voor mezelf omdat ik deze Russische schrijvers altijd door elkaar haal. Zeg nou zelf: Misdaad en straf en Oorlog en vrede zijn toch titels die klinken alsof ze door dezelfde auteur geschreven zijn.


Dostojevski (1821 -1881)
Gebroeders Karamazov, Misdaad en straf, De idioot, De speler.

Tolstoj (1828 - 1910)
Oorlog en vrede, Anna Karenina

Tsjechov (1860 - 1904)
De weddenschap, Een trieste geschiedenis, Zaal no. 6 (1892), en De dame met het hondje.

vrijdag 25 januari 2019

Rinkeldekink van Martine Bijl

Lezen dat boekje! Waarom? Het leest prettig weg, ook al is het soms behoorlijk confronterend. Het is hard en hartverwarmend. Het is eerlijk, soms niet, maar daar is ze dan weer eerlijk over. Het is grappig. Het geeft een inkijkje in een leven na een hersenbloeding en met een depressie.

In ‘Rinkeldekink’ schrijft Martine Bijl over het moment van haar hersenbloeding en vooral de periode daarna. Hoe het is als je waanbeelden hebt, als je alles opnieuw moet leren (terwijl je die waanbeelden hebt). Hoe het is als je hoofd het niet meer doet, als je daardoor niet meer doet en zegt wat je eigenlijk wilde, hoe simpel ook. Hoe het voelt als je nog wel slim bent maar toch niet de krant kan lezen. Hoe het voelt als iemand anders in je brein is gekropen.
Maar het gaat ook over een deel van Martine Bijl dat ze altijd al was, de onzekerheid die altijd al in haar zat.

Ze schrijft ook over haar depressie. Of eigenlijk schrijft ze dat ze er niet over kan schrijven, en daarmee zegt ze al een heleboel. Vervolgens schrijft ze er overigens nog meer over. Ze schrijft over een zwarte deken. Door de verhalen krijg je een indruk van hoe het is om met een depressie te leven. Dat is waarschijnlijk niet voor iedereen hetzelfde, maar het geeft een indruk van een depressie, en dat helpt begrijpen.