woensdag 13 september 2017

Geschoffeerd door Immortelle I

De maan glijdt langs de ruiten
En blikt mij vragend aan,
'Wat moet dat, bleeke zanger, -
In uw ooghoek glinstert een traan?'

Zoo gij de maan niet zelf waart,
'k Zou zeggen: loop naar de maan. -
Wat mij het oog doet glinsteren,
Dat gaat er geen schepsel aan.


Een flinke wending in toon en sfeer tussen het eerste en tweede couplet. Hoewel ik weet dat je bij Piet Paaltjens op je hoede moet zijn, trap ik er toch steeds weer in. Ik laat me meevoeren door de eerste regels, omwille van - ja wat eigenlijk? - negeer ik het naar mijn smaak ietwat overdreven romantische, dramatische gehalte. Ik zie de glinstering van de traan en heb medelij met de zanger die naast verdrietig ook wat ziekig lijkt te zijn, te oordelen naar zijn witte gelaat. Ik wieg mijn hoofd en hart bijna mee op het ritme.

EN DAN, bij de tweede regel van het tweede couplet, keren mijn voeten abrupt terug op aarde en mijn hersenen in mijn hoofd. Ik voel me buitengesloten en zelfs enigszins voor aap gezet. Bijna tegen mijn zin in volgt bewondering: knap toch hoe die ogenschijnlijk simpele regels die emoties los kunnen maken.

Nog 37 dagen tot de Piet Paaltjens Parade.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten