zondag 5 mei 2013

De wereld gaat aan vlijt ten onder

Intrigerende titel, en inhoud ook wel. Het boek heeft voor mij een vreemde sfeer. Mischien wel omdat ik me net niet met Alec kan identificeren. Het komt dichtbij: hij is ongeveer even lui en hij is ook geïnteresseerd in techniek. Maar hij heeft niet echt een thuis en lijkt dat  (in ieder geval in het begin) ook niet te missen. En hoewel hij wel geïnteresseerd is, gelooft hij er niet in dat techniek vooruitgang kan opleveren.


Dat is ook wel de boodschap van het boek. Misschien wel vooruitgang op kleine vlakken of op vlakken waar echt iets mis is, zoals Bert die voor doven gaat werken, maar niet groots en worldchanging. Die boodschap lees ik wel, maar ik ben het er natuurlijk niet mee eens. Ik zou het supercool vinden als de uitvindingen in het boek echt zijn. 'Beam me up, Scotty' ik ben erbij.
Er zit zeker wel wat in de opmerkingen van Alec. Het heeft iets raars supersonisch snel te reizen om vervolgens in een hangmat te gaan liggen. Toch denk ik dat dat een kwestie van wennen is. Als ik binnen een half uurtje in Zuid-Frankrijk zou kunnen zijn, zou ik dat denk ik toch doen ook om daar alleen van de zon te genieten. (Als de randvoorwaarden tenminste redelijk zijn.)
De personages zijn behoorlijk genuanceerd (niet allemaal natuurlijk), maar het decor niet, dat is zo plat als een dubbeltje. Natuurlijk zit er achter de techniek groot geld en een geoliede machine, en is alles clean en geheim en overdreven goed geregeld. Natuurlijk was Oakdale lieflijk en de natuur schitterend. Dat is een beetje blehh.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten