donderdag 18 april 2013

In de mist van het Schimmenrijk van Willem Frederik Hermans

In de Mist van het Schimmenrijk vind ik een stuk toegankelijker dan Het Behouden Huis. Soms lijkt de oorlog meer het decor voor het verhaal over de relatie tussen Karel en Madelon, maar uiteindelijk gaat het toch echt over de oorlog. Net als in De Donkere Kamer van Damocles zie ik een student die een verzetsdaad heeft gepleegd, bij wil dragen aan het verzet, maar daar niet heel structureel of met een visie mee bezig is. In DKvD is het nog allesoverheersend, hier lijkt het meer een van die dingen te zijn die bij je leven horen. Karel schrijft zelf in zijn dagboek: ‘Het is een beetje dilettantisch ... Toch is het opwindend genoeg om mij in beweging te houden en me te behoeden voor een slecht geweten.’
Ik vind het minder wrang dan Het Behouden Huis maar er is cynisme genoeg, bijvoorbeeld: ‘Alle goede vaderlanders begonnen te schreeuwen: Houdt de dief! ...’ als vriend Douwe vlucht voor de Duitsers na zijn verzetsdaad en een fiets steelt om weg te kunnen komen.

Korte inkijkjes, schetsjes van hoe mensen de oorlog meemaken (Vader van Madelon geïnterneerd door de Japanners, Olaf die zijn ouders en broertje is verloren aan het transport naar Polen, Rudie (eigenlijk een heel aardige jongen) die fan van Hitler was maar toch uit de fabriek in Duitsland is gevlucht.

Douwe praatte over het elimineren van mensen die niet deugden voor de heilstaat. 'Als je vroeg waarom dat nodig was, als je zei: Alle revoluties hebben iedereen die zogenaamd niet deugde tegen het muurtje gezet en wat is de wereld ermee opgeschoten?'

'Zal ik na de oorlog het doen van verboden dingen kunnen staken? Waarvoor werken? Ik zal altijd zonder kaartje in de trein zitten (wat is daarvan het risico vergeleken met dat wat nu een jood met een vals persoonsbewijs loopt?)...'

Zou wat Madelon aan het einde tegen Karel zegt, een nuancering voor het cynisme zijn? 'Och Karel, eigenlijk ben je zo goed, soms wil je alleen het slechtste, het allerslechtste in de mensen zien, maar je meent het niet. ...'

Er zit een kleine maar opvallende rol voor de waarzegster in.

En dan is er nog het verhaaltje over de gier dat Karel vertelt aan twee jongens op een onderduikadres. Ilonka, lievelingsgier, die doet denken aan de reclame van een levensverzekeringsmaatschappij (waar Karel niet verzekerd is). Ilonka voedt zich met Karels hersenen, en pikt ten slotte zijn ogen uit. Toch heeft hij de gier innig lief. 'Ik ben tevreden met mijn lot.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten