zondag 24 maart 2013

Suezkade van Jan Siebelink

Voorin staat:

juni 2010
Schitterend boek, heerlijk om te lezen.
Het is moeilijk Marc te doorgronden. Vaak lijkt hij het totaal niet belangrijk te vinden wat anderen van hem denken. Hij leeft ook heel vaak in zijn eigen wereld, doet zijn eigen dingen op zijn manier zonder zich iets aan te trekken van regels of wensen van anderen. Tegelijkertijd is hij heel sociaal, vriendelijk en lief.
Waarom Nojoua anorexia ontwikkeld is voor mij onduidelijk. Ze is vrolijk en haar genegenheid voor Marc wordt door hem ruimschoots beantwoord. Het is niet een worsteling of deze "verhouding" met haar leraar wel door de beugel kan. Ook van problemen met andere kindren merk je niets. Wel dat ze wienig vriendinnen heeft, maar niet dat ze daar last van heeft. Dat is misschien wel het probleem.
Marcs vragen rond zijn moeder deelt hij met niemand. Dat moet eenzaam zijn en voelt als een gemis.
Verder valt op dat er weinig gelukkige voortdurende relaties voorkomen. En wat is er toch met die (voormalige) rector die van gokken en hoeren houden, fatalistisch gedrag vertonen?
Ondanks het nare morbide einde, een positieve hoopgevende epiloog. Dat vind ik prettig.


2013: Wat is het toch met katten die op een gruwelijke manier behandeld worden? In dit boek aan het einde: vermoord, gescalpeerd; in een van de boeken van Roosenboom aan het begin als ze bij een kat notendoppen onder zijn poten branden en op het ijs zetten; in Post Mortem als ze een kat op het hete asfalt gooien (oid). Brrr.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten